Verjonging in je vrijwilligersteam

Draagvlak en draagkracht is belangrijk. Vele handen maken licht werk.

Speeltuinen (en andere spelers) zoeken dan ook regelmatig naar nieuwe aanwas: vrijwilligers in allerlei vormen: van bestuurder tot groenploeg, van sponsor tot bediening in t winkeltje.
Net als voor alle clubs en verenigingen om ons heen is het vinden van vrijwilligers lastig. Langdurig betrokken zijn is niet meer zo vanzelfsprekend als vroeger. Vanuit Speeltuinwerk Limburg geven we graag tips waarmee je er wellicht toch in slaagt vrijwilligers te vinden (en te binden).

Graag starten we met een belangrijk punt dat we met voorrang moeten benoemen: vergrijzing onder vrijwilligers. Of eigenlijk,  een gebrek aan vergroening.

We zien steeds meer speelplekken, verenigingen en clubs die bouwen op de inzet van vrijwilligers die (ruim) de zestig zijn gepasseerd. Ze doen hun werkzaamheden goed en naar behoren. Op zichzelf een geweldige doelgroep met veel liefde en tijd voor hun taken, echter de noodzaak dient zich aan voor verjonging. Niet alleen om het werk dat gedaan moet worden, maar ook voor een blijvende binding en VERbinding met de omgeving waarin jouw plek of club zich bevindt. Juist het overdragen van de kennis en overlaten van verantwoordelijkheden binnen de samenleving maken mensen betrokken. Tijdig toelaten van jongere ondersteuning is de oplossing, maar lang niet altijd gemakkelijk.

Verjongen van je vrijwilligersteam vraagt wat van de ontvanger én van de nieuwkomer. Dat kan gaan om basale zaken als “wie kun je vragen” “wennen aan elkaar”. Maar vaak zien we dat er meer nodig is.

  • Een goed op elkaar ingewerkte ploeg, die elkaar met weinig woorden kunnen begrijpen, vaste werkvormen en (overleg)structuren kennen, is over het algemeen niet een heel prettige omgeving om als nieuweling in te stappen. (dat geldt overigens ook bij jonge vrijwilligersteams). Startende vrijwilligers hebben immers niet genoeg aan weinig woorden en willen juist meegenomen worden in de achtergrond van zaken. Klakkeloos aannemen van taken is niet velen gegeven.
  • Vaste structuren als tijden of overlegmomenten zijn anders geregeld in het leven van een andere generatie. Daar ga je niets aan veranderen, en het is een onmogelijke vraag voor een jong iemand om te moeten werken in een vorm die hem/haar niet efficiënt lijkt. Bespreek een middenweg die voor beiden acceptabel is.
  • Zoek niet naar een nieuwe “Piet”. Als er een vacature is voor een nieuwe voorzitter (of welke functie dan ook) , zoek dan ook naar een voorzitter. NIET naar iemand die het werk precies zo doet als “Piet”, de oude voorzitter. De kans op een tweede “Piet” is heel klein en maakt de zoektocht een onmogelijke opgave.
  • Elke vrijwilliger is er 1, maar met nieuwe starters is het een aanrader om met meer mensen tegelijk binnen te komen. Zo heeft de “nieuwe” gesprekspartners om zijn/haar vragen mee te spiegelen en kunnen ze duidelijker aangeven waar vernieuwing nodig is.
  • Bekijk jezelf en je collega- vrijwilligers eens kritisch als het gaat om open staan voor jonge vrijwilligers. Hoeveel verandering wil je aangaan, kun je toelaten zonder jezelf te verliezen? Durf je de verantwoordelijkheid over te dragen, zonder je ermee te bemoeien? Vorm je door je eigen werkstijl of gedrag een drempel voor verjonging.
  • Kijk eens mee bij plekken en verenigingen waar jonge vrijwilligers wel aansluiten. Wat doen zij anders? Wat neem je daaruit mee?
  • Vraag een mogelijke (jonge) vrijwilliger eens wat hem tegen houdt of juist over de drempel zou krijgen om in jouw team te komen.

Vind je t lastig om te bepalen waar t aan ligt. Heb je hulp nodig of wil je met je team aan de slag met dit onderwerp? Je kunt altijd contact leggen met SpeL.

Overigens blijven de tips voor vinden en binden, bij jong en oud, ook nog steeds van toepassing.